24 april 2024
Thumbnail voor Analyse: verre bestemmingen worstelen met code oranje

Analyse: verre bestemmingen worstelen met code oranje

SCHIPHOL - Terwijl Max Verstappen in Zandvoort de Dutch Grand Prix op zijn naam schreef voor 75.000 uitzinnige racefans op de volgepakte tribunes, ontving directie Boudewijn en Githa van Vilsteren in hun Twentse landgoedhotel De Wilmersberg maximaal 750 gevaccineerde en geteste bezoekers voor het traditionele openluchtconcert met high wine en haring.


De enige overeenkomst: de zon scheen uitbundig. Verder gaat elke (corona) vergelijking mank. Net als dit meten met twee maten onbegrijpelijk is voor de culturele sector, zo snapt de reisindustrie steeds minder van de aanhoudende – oranje - beperkingen voor reizen buiten Europa.
De versoepelingen na 25 september brengen nauwelijks verlichting. De horeca spreekt zelfs woedend van verzwaring door de controleplicht van coronapassen. En voor verre reizen touroperators valt er al helemaal niks te juichen. Ondanks eerdere toezeggingen van Buitenlandse Zaken blijft ‘intercontinentaal’ voorlopig formeel ‘op slot’ voor toeristen, met uitzondering van de Antillen en sinds kort Canada. Terwijl de regering de steun binnenkort gaat stoppen. Dat is wrang.

De Wilmersberg is een erfenis van de recent overleden reispionier Ferdinand Fransen (93). Die maakte van busboer Arke in de jaren ‘80 een allround touroperator, de nummer twee na Holland International, voordat hij zijn levenswerk medio jaren ‘90 aan het Duitse TUI verkocht. TUI lijfde ook Holland International in.

Fransen was een even nuchtere als slimme en gedurfde reisondernemer, die volop van het leven kon genieten en zich bewees als sociale baas en integere zakenpartner. Zijn dochter Barbara bestiert zijn familieholding Agfra, waarin onder andere een viertal hotels zit, in Twente en Spanje.Fransen wist al vroeg dat je als Nederlandse touroperator niet alleen de wereld over moest vliegen, maar ook eigen of in ieder geval gecontroleerde accommodaties moest hebben in populaire toeristenoorden, om genoeg bedden veilig te stellen. Barbacan in Playa del Inglés op Gran Canaria was de eerste.

“Die investering wordt de nagel aan de doodskist van Arke”, schamperde de concurrentie eind jaren ‘70. Het werd en is nog altijd een troetelkind van de familie Fransen, naast het luxe resort Gran Melia Sancti Petri aan de Costa de la Luz. Fransen was zijn tijd ver vooruit. Hij begreep dat je klanten jaarrond een gevarieerd aanbod moet kunnen leveren, ook ver weg. Maar juist die verre reizen dreigen in deze coronacrisis het kind van de rekening te worden.

Lees het volledige verhaal in de september-editie van het digitale Reisbizz Magazine.